C. van der Schoot
Harlingen
Cornelis van der Schoot (1830-1895) komt oorspronkelijk uit Blokzijl. Hij vaart op een zogenaamd 'mattentjalkje'. In de winter snijden de mattenschippers biezen in de Kamper delta. Van dat gewas, met dunne stengels die wel drie meter hoog kunnen opg...
Hier schon mal ein Vorgeschmack
Cornelis van der Schoot (1830-1895) komt oorspronkelijk uit Blokzijl. Hij vaart op een zogenaamd 'mattentjalkje'. In de winter snijden de mattenschippers biezen in de Kamper delta. Van dat gewas, met dunne stengels die wel drie meter hoog kunnen opgroeien, kun je uitstekend stoelzittingen of vloermatten vlechten. Dat doen de schippers ’s winters, waarna ze de matten in het voorjaar uitventen. 's Zomers heeft Cornelis weer andere handel: dan verkoopt hij in Friesland fruit uit de omgeving van Olst en Wijhe. Zoon Jan laat het schippersleven aan zich voorbij gaan: hij wordt koopman en borstelmaker. In de binnenstad van Harlingen begint hij een handel in borstels, bezems, klompen en aanverwante artikelen. Eerst in een klein pand in de St. Jacobstraat, later op de Voorstraat en nog weer later hier op Noorderhaven 101.
In 1928 doet Jan de zaak over aan zijn zoons Cornelis en Steven. Zij beginnen met het importeren van chinamatten (karpetten van biezen met dessin). Hun winkel in behang en vloerbedekking zoals zeil en linoleum loopt zó goed, dat ze het buurpand Noorderhaven 99 kopen en daarna een fabriekje in Drogeham, met handweefgetouwen voor zogenoemde ‘papieren matten’. Die worden gemaakt van touw, gedraaid van papier. Na de Tweede Wereldoorlog gaan ze dat papiertouw zelf weven. Uiteindelijk zal de familie Van der Schoot nog tientallen jaren kokosmatten, lopers en tapijten produceren.
Standorte
Alle Standorte anzeigen-
Boonweg: gras en schapen
Aktivieren Sie Cookies, um diesen Inhalt anzuzeigen.
Boonweg: gras en schapen
(beluister hier het audioverhaal)
Het is bijna niet voor te stellen dat de zee deze dijk kan verslaan. Toch was er in de laatste veertig jaar een keer of acht serieuze dijkbewaking nodig. Rinus en Sander Dorst van Zeedefensie zijn dan ook altijd voorbereid. Hier in de werkplaats hangen de zaklampen aan de muur, de portofoons staan aan de lader en ligt het draaiboek op tafel. Voor het geval dát.
Vader en zoon Dorst liggen er niet wakker van, ze weten namelijk precies hoe de dijk erbij ligt. Elke week inspecteren ze de 25 kilometer dijk tussen Harlingen en Nieuwebildtzijl. En elke dag zijn ze hier sowieso te vinden, voor onderhoud en beheer. Zo gooien ze bijvoorbeeld kuilen dicht die door honden zijn gegraven en vangen ze ongeveer 150 mollen per jaar in hun klemmen.
Is dat nou echt nodig? Ja, want gangen, gaten en kuilen kunnen de dijk behoorlijk verzwakken. Ook is de grasmat superbelangrijk om de bovenlaag sterk te houden, hiervoor wordt een mengsel van zes soorten diepwortelend gras gebruikt. Als 80% van een vierkante meter grasmat ook daadwerkelijk uit grassprietjes bestaat, zijn de mannen dik tevreden.
Het gras wordt onderhouden door de schapen die je tussen april en oktober op de dijk ziet grazen. Met hun 'gouden voetjes' trappen ze de grond precies genoeg in en zorgen ze zo voor de ideale stevigheid. Vroeger graasden er ook wel koeien, maar hun hoeven deden meer kwaad dan goed.
De droogte van de laatste zomers baart wel eens zorgen. Schapen hebben soms nauwelijks genoeg te eten en enkele dijkvakken moesten opnieuw ingezaaid worden. Ook zette het waterschap voor het eerst een egger in, een machine die onkruid uit het gras haalt.
Andere soorten grassen en kruiden op de dijk zouden trouwens best een idee zijn, maar of dat veilig is? De proefvakken die je onderweg zag, laten vooralsnog zien dat de combinatie van schapen en gras het beste is voor de stevigheid van de dijk.
Aan de 'achterkant' van de dijk vind je geen gras maar asfalt, met daaronder steen en zand. In de jaren negentig bleek het asfalt zo zwak dat uit voorzorg breuksteen en grond bij de werkplaats is neergelegd. Je weet immers maar nooit. Intussen wordt er ook een proef gedaan met innovatieve asfaltbekleding.
Ingesproken door:
De van oorsprong Friese Esther Kokmeijer is kunstenares, ontdekker, designer and fotograaf. Ze woont tegenwoordig in Rotterdam, maar werkt overal ter wereld.
Esther werkt met Joop Mulder aan een serie projecten waarmee ze met korenbloemen verhalen over water zichtbaar wil maken. Een zee van bloemen, een terp omringd door water, een dijkdoorbraak en Holwerd aan zee, zichtbaar gemaakt met miljoenen bloeiende Korenbloemen. “Inspirerend hoe Joop zo begaan was met het prachtig Waddengebied. Hoe hij verhalen over dit bijzondere landschap tot leven wist te brengen en zich inzette om intieme ontmoetingen te creëren met dit landschap.”
Dit verhaal is onderdeel van de route Gemalen Verhalen van Sense of Place
In der Nachbarschaft
Alle Routen ansehen-
Harlingen en de Canadese bevrijders | Liberation Route
Harlingen en de Canadese bevrijders | Liberation Route(26.3 km)Midlum -
Waddenzeedijk - Herbaijum | Elfstedenpad: etappe 9
Waddenzeedijk - Herbaijum | Elfstedenpad: etappe 9(18.0 km)Kimswerd