Hier schon mal ein Vorgeschmack
Vier theehuisjes op de wal. In de eerste helft van de 17de eeuw lieten de professoren siertuinen met zomerkoepels aanleggen. Verder hadden in de stad alleen de stinzen een koepel in de tuin. Pas na 1734 mocht er ook in de tuinen van huizen koepels worden gebouwd. In 1746 werd de grond tussen het bolwerk en o.a. de Eisingastraat beschikbaar voor particulieren en mocht tot aan het bolwerk een tuin met toebehoren aangelegd worden. In totaal hebben er 11 koepels tegen het noorderbolwerk gestaan. Drie verdwenen toen het bolwerk tussen 1853 en 1855 werd afgegraven. Gelukkig is het afgraven gestopt, maar er zij nog diverse huisjes verdwenen. In 1938 is het theehuisje gesloopt door de gemeente wegens de bouw van een school.
In de jaren 60 zijn de over gebleven huisjes gerenoveerd, maar door vernieling werd besloten om ze in 1971 dicht te spijkeren. Aangezien de theehuisjes toen inmiddels waren aangewezen tot rijksmonument zijn ze niet gesloopt en staan ze er nu weer goed bij.
Het nu eerste theehuisje is in 1775 gebouwd in opdracht van burgemeester/koopman Paulus Johannes Haitsma. Het tweede theehuisje is gebouwd in 1769 in opdracht van burgemeester/timmerman Sicco Pieters Ens. In 1803 werd dit huisje nog zwaar beschadigd door een hevige storm. Het derde theehuisje is gebouwd in 1747 in opdracht van de lakenkoopman Sijbren Wijbrens Wijngaarden. Het vierde theehuisje (zomerkoepel) is bekend als de koepel van Tjeerd Banga en is gebouwd in 1778.
Tekst: Stichting Monumenten Waadhoeke
- Entfernung zu Ihrem Standort:
Hier finden Sie Vier theehuisjes op de wal
Noorderbolwerk8801 KL Franeker Route planen
vanaf jouw locatie
Standorte
Alle Standorte anzeigen-
Gedenksteen voor Gesneuvelde Canadezen
Gedenksteen voor Gesneuvelde Canadezen
De ‘Gedenksteen voor Gesneuvelde Canadezen’ in de buitenmuur van de Martinikerk in Sneek is opgericht ter nagedachtenis aan de zes Canadese militairen die kort na de bevrijding van de stad zijn gesneuveld. De namen van de zes slachtoffers luiden: A. Cockburn, W.L. Jackson, G.W. Ouderkirk, H.H. Pennell, Fr.R. Shepherd en S.W. White. De militairen maakten deel uit van The Queen’s Own Rifles of Canada. Zij sneuvelden op 15 en 16 april 1945 tijdens krijgshandelingen in de omgeving van het dorp Wons, bij de Afsluitdijk. Op 17 april 1945 zijn de gesneuvelde militairen begraven op de Algemene begraafplaats te Sneek en op 25 maart 1946 herbegraven op het Canadese ereveld te Holten.
Op 16 april 1945 waren grote delen van Friesland bevrijd. In het westen en zuidwesten van de provincie was het zover nog niet. Enkele duizenden Duitse soldaten hadden zich verzameld in de Friese havenplaatsen en rond de Afsluitdijk. Zij probeerden nog de oversteek te maken naar Noord-Holland dat nog stevig in Duitse handen was.
De Canadezen wilden voorkomen dat de Duitsers zich in Noord-Holland verder versterkten. Mede daarom zetten zij vanaf 16 april de aanval in op de Kop van de Afsluitdijk. De infanterie van Queens Own Rifles of Canada was één van de eenheden die hierbij betrokken was. Op 16 april vertrokken zij vanuit Bolsward in de richting van de Afsluitdijk, ondersteund door tanks van de Sherbrooke Fusiliers.
In het open Friese landschap waren de Canadezen op de weg erg zichtbaar en dus kwetsbaar. Vlak voor een brug bij Hayum openden de Duitsers het vuur. De Canadees Orville Cook zat in één van de voorste voertuigen. Over wat er daarna gebeurde schreef hij het volgende:
"Ik zat eerst rechts, maar kwam later in het linker compartiment van onze carrier. Dat was mijn geluk. Bij de strijd met de Duitsers die volgde, was ik de enige die niet geraakt werd. Ze lieten ons ver komen en schoten drie keer raak. Er kwam rook uit het rechter compartiment van mijn carrier. Ik sprong eruit en ben naar de andere kant gerend om de sergeant eruit te halen en hoe ik dat voor elkaar kreeg, weet ik niet meer. Ik legde hem op de weg. De bestuurder was de volgende die ik eruit haalde en op de weg neerlegde. Ik heb ze beiden morfine toegediend en gaf ze een sigaret.
De sergeant zei: ga terug en vertel de A compagnie waar het vuur is en 'make sure they get those jerry (Duitse) bastards for this one'. De soldaten in de voorste carrier waren op slag dood.”
De Duitsers hadden aan de westkant van de brug verschillende stukken luchtafweergeschut verdekt opgesteld. De licht gepantserde carriers waren niet opgewassen tegen de 20 mm. en 40 mm. granaten. In het voorste voertuig sneuvelden Alexander Cockburn, Walter Leslie Jackson, Gordon William Ouderkirk, Harry Horace Pennell en Walter Samuel White. Verder vielen er aan Canadese kant ook meerdere gewonden waaronder de mannen in het voertuig van Orville Cook.Vrijwel direct nadat duidelijk was waar het Duitse geschut stond opgesteld rekenden de Queens of Own Rifles samen met enkele tanks van de Sherbrooke Fusiliers alsnog af met de Duitse weerstand. De resterende verdedigers gaven zich uiteindelijk over.
De gevechten bij Wons en Pingjum zouden de laatste plek zijn waar soldaten van de Queens Own Rifles of Canada sneuvelden. Het was daarom de expliciete wens van de veteranen om in Wons hun monument te plaatsen. Op deze Honour Roll staan de namen van hun kameraden die vanaf D-Day tot de bevrijding het leven lieten.
In der Nachbarschaft
Alle Routen ansehen-
Herbaijum - Berlikum | Elfstedenpad: etappe 10
Herbaijum - Berlikum | Elfstedenpad: etappe 10(19.8 km)Herbaijum -
Rondje Hitzum - Franeker | SUP- en kanoroute
Rondje Hitzum - Franeker | SUP- en kanoroute(12.6 km)Hitzum