Standorte
-
Overnachten in Noardwest Fryslân
361 bis 384 von 1198 Ergebnisse
-
Grote of Jacobijnerkerk
Grote of Jacobijnerkerk -
Die Befreiung Frieslands
Die Befreiung Frieslands
Am 18. April wurde die gesamte Provinz Friesland mit Ausnahme der Watteninseln befreit. Im Vergleich zu anderen Provinzen gab es in Friesland nur wenige Kämpfe. Im Allgemeinen wurden die wenigen tausend deutschen Truppen, die nicht aus Friesland fliehen konnten, von den Kanadiern relativ schnell besiegt.
Der Kommandeur der Royal Canadian Dragoons, Oberstleutnant Landell, lobte die Aktionen des Widerstands mit den Worten "Friesland hat sich selbst befreit". Das mag zwar etwas übertrieben sein, aber die Aktionen des friesischen Widerstands haben die Befreiung zweifellos beschleunigt. Und dadurch wurde die Zahl der Opfer auf Seiten der Alliierten begrenzt.
Mindestens 31 Widerstandskämpfer verloren bei Auseinandersetzungen mit deutschen Truppen und ihren holländischen Komplizen ihr Leben. Auf Seiten der Alliierten wurden mindestens elf Kanadier und ein Franzose getötet. Bei den Kämpfen und dem Beschuss wurden auch Dutzende zivile Opfer getötet. Die Zahl der Opfer auf deutscher Seite ist nicht bekannt, aber es wird angenommen, dass die Zahl in die Hunderte ging. Mit 320 zerstörten und 4000 beschädigten Häusern und 80 zerstörten Brücken war Friesland die materiell am wenigsten beschädigte Provinz der Niederlande.
Viele deutsche Soldaten machten sich auf den Weg in den Westen des Landes. Harlingen, Makkum und Lemmer wurden zu Sammelplätzen für die sich zurückziehenden deutschen Truppen. Von dort aus versuchten sie, mit Booten über das IJsselmeer oder über den Abschlussdeich in Richtung Nordholland zu entkommen. Auch die Watteninseln wurden zu einem Zufluchtsort für Kollaborateure und deutsche Soldaten. Hier dauerte die Befreiung länger.
Auf Terschelling wurden die letzten deutschen Truppen am 29. Mai von einem britischen Artillerieregiment entwaffnet. Zwei Tage später setzten die Briten von Terschelling nach Vlieland über, und auch diese Insel wurde befreit. Ameland wurde am 3. Juni befreit.
Auf Schiermonnikoog hatte sich das Personal des berüchtigten Scholtenhuis, des SD-Hauptquartiers in Groningen, zurückgezogen. Nach ihrem Abzug am 31. Mai wurde auf der Insel gefeiert, obwohl noch sechshundert Besatzungstruppen anwesend waren. Erst am 11. Juni verließen die letzten deutschen Soldaten Schiermonnikoog und Friesland war völlig frei.
Die meisten der kanadischen Einheiten, die Friesland befreit hatten, kämpften nach dem 18. April in Groningen und Norddeutschland weiter. Ihr Krieg endete am 8. Mai 1945, als die Kapitulation aller deutschen Streitkräfte wirksam wurde.
-
ienie mini's
ienie mini's -
De Borgmolen
De Borgmolen -
Van Harenskerk Sint Annaparochie
Van Harenskerk Sint Annaparochie -
Boerderij De Wylde Swanne
Boerderij De Wylde Swanne -
B&B Panamera
B&B Panamera -
Gedicht: Foarjaar op ‘e sneker iesbaan | Henk van der Veer
Aktivieren Sie Cookies, um diesen Inhalt anzuzeigen.
Gedicht: Foarjaar op ‘e sneker iesbaan | Henk van der Veer
-
Bed and Breakfast Dekemahuis
Bed and Breakfast Dekemahuis -
De IJstuin
De IJstuin -
Keatsmuseum
Keatsmuseum -
Hilaard - Vogelkijkhut De Strânljip
Hilaard - Vogelkijkhut De Strânljip -
Sint-Joris en de draak
Sint-Joris en de draak -
TIP-Punkt Dekema State Jelsum
TIP-Punkt Dekema State Jelsum -
Monument voor Eise Eisinga
Monument voor Eise Eisinga -
wenKR8
wenKR8 -
Leuchtturm Harlingen
Leuchtturm Harlingen -
Drijvende pier Harlinger strand
Drijvende pier Harlinger strand -
Douwe en Hans Anema
Douwe en Hans Anema -
Midlum en de aanval op Harlingen
Midlum en de aanval op Harlingen
In de avond van 16 april 1945, net voor half acht,begon de Canadese artillerie met een beschieting van de Duitse posities in Harlingen.
De kerktoren in Midlum heeft tijdens de beschieting als waarnemingspost gediend van het 14th Field Regiment Royal Canadian Artillery. De toren werd bemand door een aantal Canadezen met een radiozender en stafkaarten. De Duitsers schoten vanuit Harlingen terug en de toren is daarbij tweemaal getroffen. Daarbij raakten de Canadese officieren lieutenant colonel George Alleyne Browne, lieutenant Gordon Edward Whitaker gewond. Whitaker werd bij de beschieting verwond aan zijn ruggengraat en raakte daardoor levenslang verlamd. Hij wordt met de drie inwoners van Midlum die tijdens de oorlog zijn omgekomen geëerd op het oorlogsmonument bij de kerk. Browne, de commandant van het 14th Field Regiment, raakte slechts licht gewond en kon zijn taak direct weer hervatten.
Verder is ook een Auster verkenningsvliegtuig ingezet waarmee vanuit de lucht waarnemingen werden verricht. Dat was een klein tweepersoonsvliegtuigje dat langzaam kon vliegen en daarmee uitermate geschikt was voor artillerieverkenning. De piloot en de waarnemer zaten daarbij naast elkaar en gaven hun waarnemingen via de radio door aan de vuurleiding. De vuurleider zat samen met de sectiecommandant Cleem Heeger in een jeep langs de kant van de weg bij een boerderij vlak bij het Oude Station aan de Harlingerstraatweg vlak achter Midlum. Heeger heeft later over het verkenningsvliegtuig gezegd dat het verkenningsvliegtuig zo langzaam vloog dat “het leek alsof het stilstond in de lucht”.
Dat de Canadezen de beschietingen zo nauwkeurig en gericht hebben kunnen uitvoeren, is echter vooral te danken aan de kaarten van Harlingen gemaakt door Arie Veth. De Bureauhouder van de Geheime Dienst Nederland (GDN) J.C.A.H. van Stapele, die de kaarten naar de Canadezen heeft gebracht, schrijft hierover in zijn verslag: ‘Dankzij de nauwkeurig in kaart gebrachte Duitse geschutstellingen heeft de Canadese artillerie van Harlingen geen puinhoop behoeven te maken, doch met slechts luttele welgerichte salvo’s de Duitsers tot overgave gedwongen’.Een andere reden dat de Duitse posities snel en effectief konden worden uitgeschakeld was het optreden van het B Squadron van het 7th Reconnaissance Regiment Duke of Yorks Royal Canadian Hussars. Door Duits vuur uit te lokken, kon 7th Reconnaissance Regiment vanuit Midlum enkele posities van de Duitsers vaststellen. De coördinaten werden doorgegeven aan de artillerie. Commandant Major Charles Wesley MacLean werd onder meer vanwege dit moedige optreden bij Midlum, op 10 november 1945 onderscheiden met de Distinguished Service Order (DSO).
De aanval op Harlingen begon vlak voordat de artillerie zou zwijgen. Vanaf 20.00 uur zette de infanterie van de Highland Light Infantry of Canada, ondersteund door tanks van de Sherbrooke Fusiliers de aanval in. Tijdens zware gevechten wisten de Canadezen rond 22.30 uur de binnenstad binnen te dringen. Op 17 april om 4.30 uur in de ochtend waren de Duitsers in de stad verslagen. Circa vijfhonderd van hen werden gevangengenomen.
-
Teegarten und Minicamping de Dille
Teegarten und Minicamping de Dille -
Schalsumermolen
Schalsumermolen -
Ewald, Eelkje en Durk Seepma
Ewald, Eelkje en Durk Seepma -
Westhoek: verzilting
Aktivieren Sie Cookies, um diesen Inhalt anzuzeigen.
Westhoek: verzilting
(beluister hier het audioverhaal)
Al eeuwenlang plukken kustbewoners vruchten van deze bodem, die ooit zee was. En dat is letterlijk zo, de (poot)aardappelteelt van deze streek is bijvoorbeeld van wereldklasse. Toch is er ook een keerzijde. Het zoutgehalte in kustgebieden neemt namelijk zo ver toe dat problemen ontstaan in de landbouw.
Je kunt je wel voorstellen wat er gebeurt als een gewas teveel zout krijgt. In dit gebied hier rond Westhoek komt het zoute grondwater gelukkig niet zo hoog dat de wortels van de gewassen erin groeien. Maar in de zomer kunnen boeren hun droge akkers soms niet beregenen met water uit de sloten en vaarten omdat het zoutgehalte te hoog is.
Het Wetterskip zet deze pomp hier beneden bij het veerooster (en andere stuwen en opmalingen in heel Friesland) in tegen de verzilting, door de vaarten en kanalen door te spoelen met zoet water dat uit de Friese boezem komt.
De Friese boezem is de benaming voor de aan elkaar verbonden kanalen en meren in Friesland met een streefpeil van 0,52 meter onder Normaal Amsterdams Peil (NAP). Dat NAP is het nulpunt dat we in Nederland gebruiken om hoogtes met elkaar te vergelijken. Een onmisbaar instrument.
Het zoete water dat naar deze polder komt, die in de jaren zeventig van de vorige eeuw van de boezem is afgesloten, wordt bij de sluis van Wier 6 km verderop ingelaten. Het zoute water stroomt naar het gemaal in Zwarte Haan en vandaar naar zee. Probleem opgelost, voor even.
De toenemende zeespiegelstijging zorgt voor een hogere druk van het zoute zeewater op de kustgebieden. De bodem van het land klinkt in, en daalt ook door delfstoffenwinning, en het zoute grondwater zit dus dichterbij de oppervlakte. De zoete laag boven het zoute grondwater wordt ook nog eens dunner omdat de zomers tegenwoordig vaak erg droog zijn.
Het probleem speelt niet alleen hier, maar wereldwijd. Er wordt daarom steeds vaker gekeken naar zouttolerante gewassen voor de toekomst, gewassen die goed tegen zout kunnen dus. Want doorspoelen met zoet water werkt wel, maar het is ook een kostbare manier. Ook op andere manieren wordt daarom al meer zoet water vastgehouden, door bijvoorbeeld oevers te verbreden.
Ingesproken door:
Nienke Brokke beschrijft zichzelf als een kunstenaar die gaat waar het verhaal is. Haar werk uit zich van video-installaties tot land-art. Nienke organiseert buurtprojecten waarbij ze met de bewoners iedere beeldende discipline gebruik om hun verhalen samen te verbeelden. Van animatiefilms tot zandsculpturen.In 1997 studeerde zij af op de Rietveld theatervormgeving/Art-direction. Joop was daarbij de examinator. 17 jaar na dato nam hij contact op omdat haar examenwerk hem bijgebleven was. “Joop was bevlogen met veel ervaring en verstand van uiteenlopend theater en kunstdisciplines. Een man met twee blote voeten stevig op de grond.
Vanaf de eerste ontmoeting was het alsof hij familie van me was. Hartelijk, oude jongens krentenbrood zeg maar. We bespraken grootse plannen. Verfrissend voor mij om mee te gaan in zijn onstuitbare enthousiasme en projecten te bedenken.”
Dit verhaal is onderdeel van de route Gemalen Verhalen van Sense of Place