Standorte
-
Overnachten in Noardwest Fryslân
1153 bis 1176 von 1183 Ergebnisse
-
etalagekastje Koen & Kees
etalagekastje Koen & Kees -
De Deelen - De Turfhut - Vogelbeobachtungshütte
De Deelen - De Turfhut - Vogelbeobachtungshütte -
Molepôlle 6
Molepôlle 6 -
Duitse krijgsgevangen via Harlingen afgevoerd naar Duitsland
Duitse krijgsgevangen via Harlingen afgevoerd naar Duitsland
Op dit punt lag vroeger de Postbootsteiger. De aanlegplaats voor de veerdienst naar Vlieland en Terschelling. Deze veerdienst werd tijdens de oorlog 'gewoon' gebruikt. De haven van Harlingen werd na de oorlog gebruikt om Duitse krijgsgevangenen af te voeren naar Duitsland.
Veel Duitse militairen zijn in de laatste dagen voor de bevrijding via Harlingen gevlucht naar Noord-Holland, dat onderdeel was van “Festung Holland”. Dat gebeurde te voet en met rij- en voertuigen via de Afsluitdijk, maar ook met schepen via de haven van Harlingen.
Na de capitulatie van Nazi-Duitsland werd de haven gebruikt om Duitse krijgsgevangenen uit Noord-Holland naar Duitsland af te voeren. Friesland lag op de route. Van de circa 140.000 krijgsgevangen werden er op 21 mei ongeveer 25.000 met schepen en landingsvaartuigen vanuit Den Helder naar Harlingen overgebracht.
Het merendeel van de krijgsgevangenen werd vanaf 25 mei 1945 tot en met 5 juni 1945 in grote groepen over de Afsluitdijk naar Friesland geleid onder escorte van Canadese eenheden. In het gebied tussen Zurig, Witmarsum en Pingjum werd er een rustpauze ingelast. Daarna werd de voettocht hervat via Bolsward, Sneek, Akkrum, Beetsterzwaag, Siegerswoude en Bakkeveen richting Duitsland.
De Harlinger haven werd ook gebruikt om Nederlandse collaborateurs, die naar Terschelling waren gevlucht, door te sturen naar de verschillende interneringkampen. Zo werd op deze plek werd ook de naar Terschelling gevluchte NSB-burgemeester van Harlingen P.J.E. Dekker, weer aan wal gebracht.
-
Gedicht: Tin | Elmar Kuiper
Aktivieren Sie Cookies, um diesen Inhalt anzuzeigen.
Gedicht: Tin | Elmar Kuiper
-
Streekwinkel Op de Him
Streekwinkel Op de Him -
Het Brouwdok (brauerei)
Het Brouwdok (brauerei) -
Tuin-ier
Tuin-ier -
Keatsmuseum
Keatsmuseum -
Atelierkerk Ginnum
Atelierkerk Ginnum -
De Duitsers en de mist
De Duitsers en de mist -
Achlumer molen
Achlumer molen -
Sint Martinuskerk in Bitgum
Sint Martinuskerk in Bitgum -
Slappeterp
Slappeterp -
Vakantie appartement Het Heiligemantsje
Vakantie appartement Het Heiligemantsje -
B&B Sinneljocht
B&B Sinneljocht -
Unema State
Unema State -
Sint-Michaëlkerk Harlingen
Sint-Michaëlkerk Harlingen -
Elfstedenmonument Tegeltjesbrug Gytsjerk
Elfstedenmonument Tegeltjesbrug Gytsjerk -
Friesische Landwirtschaftsmuseum
Friesische Landwirtschaftsmuseum -
B & B Lyts Kanaän
B & B Lyts Kanaän -
Bauke Obst und Gemüse
Bauke Obst und Gemüse -
B&B Pension Op 'e Koai - Treinkamer
B&B Pension Op 'e Koai - TreinkamerSofort buchbar
-
Noorderbegraafplaats
Noorderbegraafplaats
Vijftien geallieerde vliegers en vijftien verzetsslachtoffers vinden hun laatste rustplaats op de Noorderbegraafplaats in Leeuwarden. Ook worden er tijdens de Tweede Wereldoorlog bijna 450 gesneuvelde Duitse militairen begraven. Hun stoffelijke resten worden in 1958 overgebracht naar de Duitse oorlogsbegraafplaats Ysselsteyn.
Kort na het begin van de bezetting wordt de Noorderbegraafplaats aan het Leeuwarder Schapendijkje in gebruik genomen als militair ereveld. De eerste teraardebestelling van Duitse oorlogsdoden vindt er op 9 augustus 1940 plaats. Bij de bevrijding liggen op het Ehrenfriedhof bijna 450 Duitse militairen, die in 1958 collectief worden overgebracht naar de Kriegsgräberstätte Ysselsteyn bij Venray.
Het aantal geallieerde militairen dat vanaf juli 1941 op de begraafplaats een laatste rustplaats krijgt is qua aantal veel geringer. Nu nog liggen dertien Engelsen en twee Nieuw-Zeelanders begraven onder een rij karakteristieke witte headstones op regel 23 van de 2e afdeling. Oorspronkelijk waren er meer geallieerde oorlogsgraven. Twee Amerikanen en een Canadees zijn na de bevrijding herbegraven op de erevelden in Margraten en Holten.
In alle nu nog aanwezige geallieerde oorlogsgraven zijn bemanningsleden van vliegtuigen begraven. Van hen zijn alleen David Kay Foster en Robert Stanley Ling in de gemeente Leeuwarden gesneuveld. Hun Mosquito jachtbommenwerper stort op 28 mei 1944 neer op het vliegveld na een beschieting door luchtafweergeschut. De overige vliegeniers komen om een andere reden op de Noorderbegraafplaats terecht. Albert Hayes, Len Townrow en Michael John Boyle worden alle drie zwaargewond overgebracht naar het Bonifatiusziekenhuis en sterven daar ondanks de goede zorgen van de Duitse medische staf.
Jarenlang onderzoek door de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation (SMAMF) in samenwerking met de Bergingsdienst van de Koninklijke Luchtmacht achterhaalt de identiteit van de zes gesneuvelden in het eerste graf. Het gaat om de bemanning van Wellington R1397. Het vliegtuig stort op 25 juli 1941 bij Boazum neer na een luchtaanval op Emden en is het eerste toestel dat crasht op het Friese vasteland. In 2015 zijn in aanwezigheid van nabestaanden twee nieuwe grafstenen met de namen van de bemanning door een legerpredikant ingezegend. De oude, naamloze, steen is nog te bezichtigen in het Fries Verzetsmuseum.
Ook liggen er vijftien verzetsslachtoffers begraven op de Noorderbegraafplaats, op een speciaal daarvoor ingericht ereveld. Op de grafmonumenten staat de tekst:
‘Fallen yn ‘e striid tsjin ûnrjocht en slavernij - dat wy yn frede foar rjocht en frijdom weitsje’
‘Gevallen in de strijd tegen onrecht en slavernij, opdat wij in vrede voor recht en vrijheid waken.’
Het meest in het oog springend zijn de drie zij aan zij geplaatste monumenten van de broers Mark, Klaas en Hyltje Wierda, die op 11 april 1945, enkele dagen voor de bevrijding, werden gefusilleerd bij Dronrijp.
De oorlogsgraven op de Noorderbegraafplaats zijn geadopteerd door vijf scholen uit Leeuwarden, die elk jaar op 15 april een herdenking organiseren.
Ook achter de grafmonumenten voor de Joodse familie Suskind (graf 03/-/24 /04) gaat een tragisch oorlogsverhaal schuil. MTS-leraar Willy Süskind stapte samen met zijn vrouw en zoon uit het leven, één dag na de Duitse inval in Nederland.
Helemaal achter op de begraafplaats herinnert een bijzonder grafmonument eveneens aan een oorlogsdrama. Het beeld van een treurende vrouw is geplaatst op het graf van Johanna Wilhelmina te Winkel en haar zoontje Hans, beiden slachtoffer van afgedwaalde bommen op de Julianastraat in 1942 (graf 04/1b/10).