Noorderhaven 18
Harlingen
Ergens vóór 1917 verandert de bestemming van Noorderhaven 18 van ‘woonhuis’ in een ‘bedrijf in scheepsbenoodigdheden en oude metalen´. In dat jaar zal Raphaël Pais, 24 jaar, waarschijnlijk al bij zijn vader ‘in de zaak’ zijn gekomen.
Neem alvast een kijkje
Het Kodakboxje van Arie Pais
Ergens vóór 1917 verandert de bestemming van Noorderhaven 18 van ‘woonhuis’ in een ‘bedrijf in scheepsbenoodigdheden en oude metalen´. In dat jaar zal Raphaël Pais, 24 jaar, waarschijnlijk al bij zijn vader ‘in de zaak’ zijn gekomen.
Uit het huwelijk van Raphaël met Rosa Heymann wordt in 1921 zoon Aäron geboren. Arie, zoals zijn maten hem noemen, is deel van een hechte vriendengroep. Ze gaan samen naar de bioscoop, leggen een kaartje en trekken zelfs op de fiets naar Loenen op de Veluwe, om te gaan kamperen. In 1938 doen de jongens eindexamen, waarna Arie een kantoorbaan in Leeuwarden krijgt.
In de eerste oorlogsjaren telt Noorderhaven 18 naast de familie Pais nog een vierde bewoner: Winston, genoemd naar Churchill. Het is een rashond, een vervaarlijke buldog waarmee Arie regelmatig op stap gaat. Als duidelijk wordt dat de familie Pais naar Westerbork moet, ontfermt Arie’s vriend Dirk zich over Winston. Bovendien heeft Dirk een onderduikadres voor Arie geregeld. Maar die wil niet weg: ‘Ik wil bij pa blijven’, zegt hij. Voor zijn vertrek geeft Arie allerlei bezittingen bij zijn vrienden in bewaring. Zo krijgt Jan boeken, een Kodakboxje, een schrijfmachine en doorslagen van Arie’s correspondentie van de laatste jaren. Daaruit blijkt onder meer dat Arie pogingen heeft gedaan uitstel te krijgen op grond van de Portugees-Joodse achtergrond van de familie.
Op 20 augustus 1942 is Aäron Pais bij de eerste acht Joodse mannen uit Harlingen die worden weggevoerd naar een Joods werkkamp. Zijn moeder en vader volgen.
Het vriendenclubje van Arie blijft na de oorlog intact. De jongens blijven bevriend tot hun dood en met het Kodakboxje worden nog jarenlang veel vakantiefoto’s gemaakt.
Vergelijkbare plaatsen
Bekijk alles-
Noorderbegraafplaats
Noorderbegraafplaats
Vijftien geallieerde vliegers en vijftien verzetsslachtoffers vinden hun laatste rustplaats op de Noorderbegraafplaats in Leeuwarden. Ook worden er tijdens de Tweede Wereldoorlog bijna 450 gesneuvelde Duitse militairen begraven. Hun stoffelijke resten worden in 1958 overgebracht naar de Duitse oorlogsbegraafplaats Ysselsteyn.
Kort na het begin van de bezetting wordt de Noorderbegraafplaats aan het Leeuwarder Schapendijkje in gebruik genomen als militair ereveld. De eerste teraardebestelling van Duitse oorlogsdoden vindt er op 9 augustus 1940 plaats. Bij de bevrijding liggen op het Ehrenfriedhof bijna 450 Duitse militairen, die in 1958 collectief worden overgebracht naar de Kriegsgräberstätte Ysselsteyn bij Venray.
Het aantal geallieerde militairen dat vanaf juli 1941 op de begraafplaats een laatste rustplaats krijgt is qua aantal veel geringer. Nu nog liggen dertien Engelsen en twee Nieuw-Zeelanders begraven onder een rij karakteristieke witte headstones op regel 23 van de 2e afdeling. Oorspronkelijk waren er meer geallieerde oorlogsgraven. Twee Amerikanen en een Canadees zijn na de bevrijding herbegraven op de erevelden in Margraten en Holten.
In alle nu nog aanwezige geallieerde oorlogsgraven zijn bemanningsleden van vliegtuigen begraven. Van hen zijn alleen David Kay Foster en Robert Stanley Ling in de gemeente Leeuwarden gesneuveld. Hun Mosquito jachtbommenwerper stort op 28 mei 1944 neer op het vliegveld na een beschieting door luchtafweergeschut. De overige vliegeniers komen om een andere reden op de Noorderbegraafplaats terecht. Albert Hayes, Len Townrow en Michael John Boyle worden alle drie zwaargewond overgebracht naar het Bonifatiusziekenhuis en sterven daar ondanks de goede zorgen van de Duitse medische staf.
Jarenlang onderzoek door de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation (SMAMF) in samenwerking met de Bergingsdienst van de Koninklijke Luchtmacht achterhaalt de identiteit van de zes gesneuvelden in het eerste graf. Het gaat om de bemanning van Wellington R1397. Het vliegtuig stort op 25 juli 1941 bij Boazum neer na een luchtaanval op Emden en is het eerste toestel dat crasht op het Friese vasteland. In 2015 zijn in aanwezigheid van nabestaanden twee nieuwe grafstenen met de namen van de bemanning door een legerpredikant ingezegend. De oude, naamloze, steen is nog te bezichtigen in het Fries Verzetsmuseum.
Ook liggen er vijftien verzetsslachtoffers begraven op de Noorderbegraafplaats, op een speciaal daarvoor ingericht ereveld. Op de grafmonumenten staat de tekst:
‘Fallen yn ‘e striid tsjin ûnrjocht en slavernij - dat wy yn frede foar rjocht en frijdom weitsje’
‘Gevallen in de strijd tegen onrecht en slavernij, opdat wij in vrede voor recht en vrijheid waken.’
Het meest in het oog springend zijn de drie zij aan zij geplaatste monumenten van de broers Mark, Klaas en Hyltje Wierda, die op 11 april 1945, enkele dagen voor de bevrijding, werden gefusilleerd bij Dronrijp.
De oorlogsgraven op de Noorderbegraafplaats zijn geadopteerd door vijf scholen uit Leeuwarden, die elk jaar op 15 april een herdenking organiseren.
Ook achter de grafmonumenten voor de Joodse familie Suskind (graf 03/-/24 /04) gaat een tragisch oorlogsverhaal schuil. MTS-leraar Willy Süskind stapte samen met zijn vrouw en zoon uit het leven, één dag na de Duitse inval in Nederland.
Helemaal achter op de begraafplaats herinnert een bijzonder grafmonument eveneens aan een oorlogsdrama. Het beeld van een treurende vrouw is geplaatst op het graf van Johanna Wilhelmina te Winkel en haar zoontje Hans, beiden slachtoffer van afgedwaalde bommen op de Julianastraat in 1942 (graf 04/1b/10).
-
Voormalige Gereformeerde Kerk Oudebildtzijl
Voormalige Gereformeerde Kerk Oudebildtzijl
Routes in de buurt
Bekijk alles-
Etappe 3: Harlingen - Dokkum | Elfstedenfietsroute
Etappe 3: Harlingen - Dokkum | Elfstedenfietsroute(80.0 km)Harlingen